Stichting Massaschade & Consument gaat in cassatie bij de Hoge Raad, in de collectieve rechtszaak die het sinds 2021 tegen het Amerikaanse boekingsplatform Airbnb voert. De stichting legt zich niet neer bij een arrest van het Gerechtshof Den Haag van mei dit jaar, waarin het stelde dat een Nederlandse rechter niet bevoegd is om de zaak in behandeling te nemen. In de zaak draait het om de dubbele bemiddelingskosten die Airbnb onder de noemer ‘servicekosten’ aan zowel verhuurders als huurders rekende, een praktijk die in Nederland verboden is.
Volgens het hof kan alleen een individuele consument naar een Nederlandse rechter stappen en een belangenorganisatie niet, omdat die formeel geen partij is bij het contract dat Airbnb met consumenten sluit. De uitspraak heeft tot gevolg dat de zaak nu is doorverwezen naar Ierland, het land waar Airbnb formeel is gevestigd maar waar geen effectief systeem voor collectieve acties bestaat. De stichting stelt dat het hof volledig miskent dat Airbnb zich nadrukkelijk op de Nederlandse markt richt, via Nederlandstalige websites, iDEAL-betalingen en Nederlandse btw. De tienduizenden Nederlanders die zich bij de actie van de stichting hebben aangesloten, dreigen daardoor tussen wal en schip te vallen.
Lucia Melcherts, voorzitter van stichting Massaschade & Consument: “Na vier jaar procederen is men nog steeds niet ingegaan op de simpele vraag of Airbnb dubbele servicekosten mag rekenen of niet. Voor consumenten lukt het niet om via een belangenorganisatie tot een inhoudelijk oordeel te komen, terwijl ze in hun eentje niet over de middelen en kennis beschikken om een machtig bedrijf als Airbnb voor de rechter te brengen. Dit roept de vraag op of Nederlandse consumenten nog wel ergens terechtkunnen als grote bedrijven die zich duidelijk op Nederland richten, zich achter een buitenlandse vestiging verschuilen. We zien het daarom als onze verantwoordelijkheid om deze zaak aan de Hoge Raad voor te leggen.”
Melcherts spreekt van een onbegrijpelijke beslissing van het hof door mee te gaan in de redenering dat individuele Nederlandse consumenten wél naar de rechter kunnen stappen, maar een belangenorganisatie niet. “Dit arrest schept een gevaarlijk precedent voor consumentenbescherming in grensoverschrijdende zaken. Als deze redenering standhoudt kunnen buitenlandse bedrijven zich simpelweg onttrekken aan hun verantwoordelijkheden, zolang ze zich maar vestigen in lidstaten als Ierland, waar de kans dat ze door een Nederlandse consument voor de rechter gedaagd worden nagenoeg nul is.”
De Hoge Raad zal naar verwachting in de loop van 2026 uitspraak doen. Het is daarbij goed mogelijk dat de hoogste rechter prejudiciële vragen zal stellen aan het Europese Hof van Justitie over de uitleg van de bevoegdheidsregels. Daarmee kan de procedure belangrijk worden voor alle toekomstige grensoverschrijdende collectieve acties in de Europese Unie.
Ontvang ieder kwartaal een update in je mailbox. Ook houden we je op de hoogte over nieuwe acties, en hoe je acties kan helpen waaraan je deelneemt. In onze privacyverklaring lees je hoe we omgaan met je persoonsgegevens.