11 JUNI, AMSTERDAM – Het Gerechtshof Den Haag heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is in de collectieve procedure die Stichting Massaschade & Consument (SMC) sinds 2021 voert tegen Airbnb. Daarmee blijft een eerder oordeel van de rechtbank Den Haag in stand. De uitspraak van het hof heeft tot gevolg dat de zaak in Ierland moet worden uitgevochten, het land waar Airbnb’s hoofdkantoor gevestigd is. De bijna veertig aanknopingspunten met Nederland – waaronder het heffen van Nederlandse btw, het gebruik van iDEAL en Nederlandstalige campagnes en websites – schuift het hof terzijde.
Met de uitspraak blijft de zaak van de stichting tegen Airbnb – net als vele andere collectieve zaken – in de procedurele fase steken, zonder dat men aan de inhoud is toegekomen. De rechter doet daarmee geen uitspraak over de vraag of het verdienmodel van Airbnb – dubbele servicekosten voor huurder én verhuurder – door de beugel kan. Ruim 50.000 consumenten die zich bij de actie hebben aangesloten, blijven zo na vier jaar procederen in het ongewisse over hun rechten.
Advocaat William Schonewille van BarentsKrans, dat de stichting bijstaat, stelt dat het hof met haar arrest een “bijzonder consumentonvriendelijke interpretatie” geeft van de Brusselse bevoegdheidsregels: “Deze regels stammen uit het pre-internettijdperk en zijn voor het laatst aangepast in 2012. Ze zijn niet toegesneden op collectieve zaken tegen techbedrijven die vanuit één lidstaat miljoenen Europese consumenten bedienen. Op Europees niveau is de discussie over deze regels nog in volle gang. Toch kiest het hof er nu voor om ze strikt toe te passen – wat consumenten volstrekt kansloos laat.”
Schonewille wijst erop dat dit arrest een fundamenteel probleem in de rechtsbescherming van Nederlanders blootlegt: “Wie individueel over Airbnb klaagt, kan wél naar de Nederlandse rechter; maar zodra consumenten zich verenigen in een collectieve actie, worden ze doorverwezen naar Ierland – een land waar geen effectief systeem voor collectieve acties bestaat. Grote buitenlandse techbedrijven die in de Europese Unie opereren blijven daardoor onaantastbaar, zolang ze zich maar formeel vestigen in een EU-land waar collectieve procedures niet goed van de grond kunnen komen.
Lucia Melcherts, voorzitter van stichting Massaschade & Consument, spreekt van een teleurstellende ontwikkeling: “Een nieuwe wet moest het vijf jaar geleden makkelijker en efficiënter maken om als groep op te treden tegen grote partijen. Maar de realiteit is dat veel van deze ‘Wamca’-procedures na jarenlang gesteggel en uitstel stuklopen voordat ze überhaupt over de inhoud zijn gegaan. Als je in de rechtszaal tegenover techreuzen als Airbnb, TikTok en Google staat, moet je als individuele consument over diepe zakken beschikken – en collectieve rechtsbescherming zou dat nu juist moeten oplossen. In plaats daarvan struikelen we over bevoegdheids- en ontvankelijkheidsregels en internationale gaten in het systeem. De Wamca is tot nu toe niet bepaald consumentvriendelijk gebleken.”
De stichting zal de komende weken gebruiken om de uitspraak nader te bestuderen en mogelijke vervolgstappen te onderzoeken. Het is goed mogelijk dat uiteindelijk het Europese Hof van Justitie zich hierover zal moeten uitspreken.
Later dit jaar vindt de evaluatie van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (Wamca) plaats. Daarbij is onder meer aandacht voor de lange doorlooptijden in de ontvankelijkheidsfase, en de belemmeringen bij grensoverschrijdende bevoegdheidsvragen. Ook wordt gekeken naar hoe andere EU-lidstaten omgaan met vergelijkbare procedures, met als doel het Nederlandse systeem waar nodig aan te passen aan de realiteit van internationaal opererende ondernemingen.
Ontvang ieder kwartaal een update in je mailbox. Ook houden we je op de hoogte over nieuwe acties, en hoe je acties kan helpen waaraan je deelneemt. In onze privacyverklaring lees je hoe we omgaan met je persoonsgegevens.